Vanaf 1 maart staat de aangifte inkomstenbelasting weer voor u klaar. De meeste gegevens zijn al ingevuld. Een enkele kritische blik, een eventuele toevoeging en dan rest alleen nog de (elektronische) ondertekening. En passant moet u plechtig beloven alles naar waarheid te hebben ingevuld.
Voor de Belastingdienst is zulke eerlijkheid te veel gevraagd. Jarenlang rekende de dienst u fictieve inkomsten toe uit sparen en beleggen. Fictie was het inderdaad, want met de werkelijkheid overlapten de vooraf ingevulde rendementen geheel niet meer. Eind 2021 maakte de Hoge Raad gehakt van de vermogensrendementsheffing in box 3. Spaarders die op tijd in bezwaar waren gegaan, moesten op bevel van de rechter volledig worden gecompenseerd.
Tot zover sparen. Want over te veel betaalde rendementsbelasting door beleggers hoor je in bestuurlijk Den Haag niemand. ‘Risico van het vak’ is het verhaal na een slecht beursjaar.
Krater
Daarnaast is de hele vermogensrendementsheffing opgehangen aan een politiek mantra dat ‘budgetneutraliteit’ heet. Linksom of rechtsom moet de Belastingdienst een bepaald bedrag ophalen in box 3. ‘Best betrouwbaar’, zo’n overheid die zelf geen rente op schulden hoeft te betalen, maar wel hoge rendementen blijft veronderstellen bij de wederpartij. Gewoon de rekening naar de overkant van de tafel schuiven.
Volgens uw belastingaangifte heeft u als belegger afgelopen jaar 5,5 procent aan rendement behaald. Die aanname staat op gespannen voet met het feit dat Nederlandse huishoudens hun belegd vermogen met liefst 14 procent hebben zien dalen. Ook zonder rekening te houden met de hoge inflatie en verminderde draagkracht, is zonneklaar dat het verschil tussen fictie en werkelijkheid geen diepe kuil is, zoals bij de spaarders, maar een krater van jewelste. Daarbij gaat het om huishoudens die ervoor zorgen dat geld in echte Nederlandse bedrijven en banen wordt geïnvesteerd en die hun vermogen niet aan inflatie onderhevig laten verslonzen op een betaal- of spaarrekening.
Het kabinet blijkt helaas een hardleerse recidivist. Begrijp me goed, met beleggers hoef je geen medelijden te hebben. Ze bekijken een situatie en nemen een gecalculeerd risico en dat kan gunstig of minder gunstig uitpakken. Daar hoort wel bij dat beleggers moeten kunnen rekenen op een consequente omgeving in goede en slechte tijden. Dat is een vorm van rechtsbescherming die voor iedereen moet gelden, spaarders en beleggers. De overheid heeft ervoor gekozen rendement te belasten, dan moeten ze dat ook doen. En onbelast laten als het rendement er niet is, zoals over het afgelopen jaar. Naar draagkracht bijdragen aan de publieke zaak is een gedegen uitgangspunt, maar dat kan niet op basis van opportunistische ficties.
Proefprocedures
De VEB vindt dit een principiële kwestie die om actie vraagt. Wij strijden voor passende beleggersbescherming. Daarom vraag ik uw hulp. Geef ons inzicht in uw rendement over 2022 door de korte online vragenlijst via veb.net/box3 in te vullen. Kosteloos, eenvoudig en vrijblijvend. Dit geeft ons een goed beeld van de rendementen onder een brede groep beleggers.
Ook zullen we een aantal proefprocedures tegen de Belastingdienst starten. In dat geval vragen we natuurlijk opnieuw de medewerking van de beleggers in kwestie. De administratieve rompslomp, juridische kosten en professionele dienstverlening nemen we geheel voor onze rekening. Dien in ieder geval voor half juli uw aangifte in. Na ontvangst van de definitieve aanslag kunt u in bezwaar gaan tegen de te hoge heffing. Enkel dan wordt u in uw rechten beschermd.
Ik hoop op uw steun in deze strijd.
Gerben Everts is directeur van de VEB